Ken je dat gevoel wanneer je iets nieuws ontdekt? Dan maakt je hart zo’n sprongetje van enthousiasme. Dat had ik wanneer ik de kortvleugelboorkever ontdekte. Eerst dacht ik dat hij wat zand had kleven aan zijn schilden, maar blijkbaar hoort de bruine zandkleur er gewoon bij.
De kortvleugelboorkever komt voornamelijk in Zuid- en Midden-Europa voor en in Noord-Afrika. Nederland is ongeveer de bovengrens van zijn territorium. Ze worden zo’n 6 à 10mm groot en komen voor tussen mei en juni. Deze heb ik gefotografeerd op 30 april.
De naam hebben ze te danken aan hun korte vleugelschilden die niet helemaal tot het einde van hun lichaam reikt. De boor in hun naam is van toepassing bij de vrouwtjes. Die hebben een legboor waarmee ze eitjes in de holtes van rottend of afgestorven hout leggen, waarvan de larves ook eten. In de winter verpoppen de larves en in het voorjaar komen dan de volwassen kevers tevoorschijn. Die hebben dan weer bloemennectar op hun menu staan.
Reactie plaatsen
Reacties