Wanneer je langs de Durme in Hamme fietst, kan je er haast niet langs. De kolonie Kokmeeuwen weet als geen ander haar hoe haar aanwezigheid kenbaar te maken. Hun gekrijs is al van ver hoorbaar.
De kokmeeuw is een echte kolonievogel. Vooral in het broedseizoen komen ze in groten getale voor. In het voorjaar leggen alle koppeltjes in een tijdspanne van een paar dagen enkele eieren. Die komen dan na een 3 à 4-tal weken uit. Na ongeveer 35 dagen vliegen de jongen het nest uit. De kolonies kokmeeuwen zijn tijdens het broedseizoen vooral in het binnenland te vinden, aan moerassen, meren, grasland en ander gebied aan zoet water. De Durme vormt hierbij een uitstekende rivier door haar getijden. Met laagtij vinden de meeuwen hun voeding in het zand. Daarnaast zijn ze ook niet vies om hun bek in huishoudelijk afval te steken.
De kokmeeuw is vooral in het voorjaar en de zomer gemakkelijk te herkennen. Dan hebben ze een chocoladebruin kopje. Hun poten zijn roodkleurig en ze hebben een rode bek met een donkere punt. In de winter kleurt hun kopje helemaal wit, op een lichte streep achter hun oren na. De kleur van hun veren is zilvergrijs.
Hoe ouder jongen worden, hoe meer ze hun oorspronkelijke, bruine kleur inruilen voor een grijze veren op hun vleugels. Na 3 jaar zijn ze geslachtsrijp om hun eigen jongen te krijgen. Deze vogel is niet schuw en heeft zich goed aan de aanwezigheid van de mens weten aan te passen. Kom echter niet in de buurt van de nesten tijdens het broedseizoen, die verdedigen ze met man en macht.
Reactie plaatsen
Reacties