Voor ik verhuisde, had ik meesjes in mijn tuin. Soms ook wel eens een merel als ik geluk had. Nu ik dichter bij het centrum woon (van een landelijke gemeente), zie ik kauwen, meeuwen en duiven. De typische stadsvogels.
Kauwen behoren tot dezelfde familie als de eksters, roeken, kraaien en raven: de kraaiachtigen. Ze hebben ook die typische donkere veerkleuren: donkergrijs op hun lichaam, lichtgrijs op hun borst en kop. Het zijn slimme dieren die op heel vindingrijke manieren aan voedsel geraken, denk aan het hanteren van stokjes.
Kauwen blijven heel hun leven bij dezelfde partner. Daarnaast behoren ze vaak tot een heuse kolonie met daarin hun eigen rangorde. En om het nog eens over mijn schoonouders te hebben… Mijn schoonvader heeft een eigen bos niet ver van hun huis verwijderd. Elke ochtend en avond is het een lawaai van jewelste van alle kauwen die vertrekken en terug aankomen. Met tientallen, misschien wel honderd, tegelijk. Het is een waar schouwspel.
Reactie plaatsen
Reacties